De isolatie is vroeger niet correct aangebracht. Op sommige plaatsen, waar inbouwspots zijn geplaatst, is de isolatie zelfs weg gehaald. Dat zorgt voor koudebruggen. We laten de isolatie liggen, baat het niet, dan schaadt het niet.
Voor we starten met isoleren, verwijderen we het grootste vuil van deze zolder. Zo komt dat straks niet in ons gezicht terecht. Zet ook zo veel mogelijk uit de weg. Haal van zolder wat er van weg kan. Grote meubels kan je eventueel verplaatsen.

Bij spijkerflenzen zit het dampscherm al aan de isolatie bevestigd. Door beide tegelijk te plaatsen, bespaar je natuurlijk tijd. We hebben de isolatie besteld en we brengen alvast een paar pakken naar de zolder.
We werken hier met glaswol. Dat kan irriteren natuurlijk. Hoeveel last je van de vezels hebt, is persoonlijk en hangt af van hoe vaak je in contact komt met de glasvezels. Maar jezelf beschermen is natuurlijk nooit verkeerd. Vermijd ook dat de vezels in je longen terecht komen.
Dan kan je de isolatie beginnen plaatsen. Aan de kreupele stijl van het dak is hier nog een dwarslat vast gemaakt. De isolatie moet daarachter. We kunnen de isolatiedekens gewoon achter de dwarsbalk trekken. Zo weten we zeker dat ons isolatieschild daar niet onderbroken wordt.
Plaats de isolatie goed tot tegen het onderdak. Er mag geen luchtspouw blijven tussen de isolatie en het onderdak. Neem dus je isolatie even dik als de breedte van je spanten.
Een isolatieschild is maar zo goed als zijn zwakste schakel. Daarom zorg je er goed voor dat alle hoeken zijn geïsoleerd. Onderaan isoleer je tot tegen de muurplaat. Zo krijg je een ononderbroken isolatieschild rond je huis.
De isolatiedekens zijn normaal gezien iets breder dan de ruimte tussen de spanten. Daarom klemmen ze er goed tussen. Ze vallen er dan niet uit als je ze plaatst.
Maar om de isolatie echt vast te maken aan het dak, niet je ze aan de spanten vast. Plooi de lip over naar buiten om het vast te nieten. Je niet het best twee rijen isolatie boven elkaar vast. Zo moet je maar een nietje gebruiken.
Spijkerflenzen zijn een combinatie van isolatie en een dampscherm.

Het voordeel van spijkerflenzen is dat je het dampscherm niet achteraf nog moet aanbrengen. Isoleer je een zolder, zoals hier, dan isoleer je het best met een zacht isolatiemateriaal, zoals glaswol. Harde isolatieplaten kunnen namelijk warmte doorgeven naar onder. In de zomer, als de zon op het dak schijnt. kan je dus een hete zolder krijgen. Het is ook een dampopen isolatie. Mocht er dan toch damp in de isolatie terecht komen, dan kan die terug ontsnappen via het dak naar buiten.
Het voordeel van glasvezelisolatie is dat het flexibel en licht is. De isolatie bestaat uit lange glasvezels die met een bindingshars aan elkaar worden gehouden. Rotswol daarentegen wordt gemaakt van gerecycleerde rots of steen. De vezels hiervan zijn korter, wat het materiaal steviger maakt. Maar het is wel zwaarder dan glaswol, dus minder gemakkelijk om boven je hoofd te plaatsen.
Op de verpakking van de isolatie staat heel wat info. Zo is er de Rd-waarde. Die duidt het isolatievermogen aan en houdt de dikte van het materiaal in rekening. Des te hoger dit getal, des te beter. Met dit getal kan je verschillende isolatiematerialen vergelijken en kijken voor welke prijs of welke ruimte je het meest optimaal je ruimte kan isoleren.
Ook vind je de lamdawaarde terug op een verpakking. Dit geeft de warmtedoorlatende eigenschappen van het materiaal weer, hier dus van het materiaal glaswol. Des te lager deze waarde, des te minder warmte het doorlaat. Dat betekent dus een betere isolatie.
Met de ene kant van de zolder afgewerkt, plaatsen we de isolatie langs de andere kant. We plaatsen hier zo ver als mogelijk een volledig isolatiedeken. De ruimtes bovenaan vullen we later op met stukken.
Het plaatsen van isolatiedekens gaat goed vooruit, zeker als je het werk met twee aanpakt. Op een dag kan je een middelgrote zolder zeker isoleren.
De stukken bovenaan vullen we nog op. Hiervoor snijden we stukken op maat. Gebruik daar een isolatiemes voor, of eventueel een oud broodmes.

Zorg dus dat de isolatie tot tegen de nokbalk zit. Daarvoor moet je ze iets langer snijden. Zo klemt ze beter en is de ruimte beter opgevuld. Het is wel niet de bedoeling dat je alles overvol gaat steken. Isolatie isoleert lucht. Tussen de isolatie moet er dus lucht zitten die de warmte binnen houdt.
Vul zoveel mogelijk ruimte met isolatie. Maar sommige plaatsen zijn te nauw om isolatie in te steken. Die vul je op met isolatieschuim. Hierdoor krijg je toch nog een goed isolatieschild met je muur.
Nu de isolatie geplaatst is, kan je het dampscherm afwerken.

De aluminium tape sluit het dampscherm af. Dat is nodig, want zonder dat dampscherm kan de verwarmde binnenlucht in de isolatie dringen. Hier gaat de damp dan condenseren op het onderdak. De damp wordt vloeibaar en de isolatie wordt nat, waardoor het zijn isolerende eigenschap verliest. De warme binnenhuisdampen kunnen door het dampscherm dus niet condenseren tegen het koude onderdak.
Tussen de verschillende isolatiestukken kan je de overlap afdichten met aluminium tape. Maar de dichting tussen de isolatie en andere bouwelementen maak je met tape voor dampscherm. Zorg dat deze tape zowel hecht op steen, hout, als op het aluminium dampscherm. De meeste tape geschikt voor dampschermen heeft deze eigenschap. Kleef alle openingen en overgangen zorgvuldig af met deze tape. Alleen zo krijg je een volledig dampdicht scherm en vermijd je problemen in je isolatie.
Met de laatste kier gedicht, hebben we dan een perfect functionerend isolatieschild.