Presentatie
Vandaag gaan we een oprit aanleggen in keramische tegels. Om deze duurzaam te maken, is de ondergrond zeer belangrijk. We gaan de fundering dan ook in drie delen maken. Een eerste deel in gebroken betonpuin, dan een stabiliserende laag en we werken af met een drainerende chape. Deze drainerende chape gaan we mooi vlak leggen, om ervoor te zorgen dat onze tegels perfect egaal komen te liggen.
De onderlaag in beton- of steenpuin voorzie je best voldoende dik, want een oprit moet een relatief zware belasting aankunnen. Tril de laag dan aan, voor je er de stabilisé op plaatst, zodat alle deeltjes zich goed vastzetten en je geen verzakkingen krijgt.

Eens de stabilisé voldoende uitgehard is, kun je overgaan tot de laatste egalisatielaag…

Het uitzetten van je afwerkingsniveau kun je doen aan de hand van je afwateringsgoot en het straatniveau.

Span een touw tussen de twee punten en zorg dat het zowel de goot als de straatstenen raakt. Op die manier zal je touw – en dus je latere oprit – in hetzelfde vlak liggen.

De goot zit zo klaar dat er voldoende helling is om het water naar daar te laten aflopen.

Ook de putdeksels moeten deze helling volgen, zodat ze mooi in hetzelfde vlak als de tegels zouden liggen.

Daarom spannen we deze referentiekoorden ter hoogte van de deksels om de helling van de goot tot aan de straatzijde aan te duiden.

Zo kunnen we onze putdeksels volgens de juiste hoogte en hellingsgraad gaan installeren.

Je gebruikt hiervoor best een gewone mortel met de verhouding 1 deel cement op 3 delen zand.

In vergelijking met stabilisé zal de mortel hier beter kleven en door z’n meer samenhangende structuur heb je minder kans dat er veel specie in je putgat valt.

Eens het cement dan voldoende uitgehard is, zal het deksel mooi vastzitten.

Maak de mortel dus niet te vast, maar ook niet te lopend en breng hem rond het putgat aan.

Leg daarop dan het putdeksel en regel het bij volgens je opgespannen referentiekoord.

In de breedte zorg je ervoor dat het mooi waterpas ligt.

Voorzie ook een voeg tussen het putdeksel en de goot. Die kun je dan later flexibel opkitten.

Op die manier is er voldoende bewegingsruimte bij eventueel uitzetten of krimpen en zal je het deksel steeds gemakkelijk open krijgen.

Presentatie
Om onze chape te leggen, hebben we eerst de afgewerkte hoogte bepaald, aan de hand van deze koorden.

Door die koorden te volgen, kunnen we ook in eerste instantie de putdeksels leggen, want dat moet gebeuren voor we gaan chapen.
Leg de deksels mooi parellel met je boordsteen, zodat ze later de lijn van je voegen zullen volgen.

Eens de positie goed zit, strijk dan nog wat mortel tegen de zijkanten. Op die manier creëer je als het ware een bakje zodat het deksel in geen geval nog zijwaarts zal kunnen verschuiven.

Om de chapelaag zelf te kunnen plaatsen, moet je je opnieuw baseren op het afgewerkte terrasniveau.

Span je touwen daarom terug op tussen de goot en straatzijde, dit keer aan de kant waar je zal beginnen met chapen.

Is dit in orde, dan kun je de drainerende chape gaan aanmaken.

Check daarvoor steeds de verpakking om de juiste aanmaakverhoudingen te kennen.

In dit geval moeten we per zak 2 liter water gebruiken.

Doe steeds eerst het water in de betonmolen, voor je er product aan toevoegt, zo zal het mengsel minder aan je molen blijven plakken.

Laat dan even mixen, tot je een egale massa bekomt. Daarna kun je het ter plaatse uitstorten.

Presentatie
We gaan nu de afgewerkte hoogte van de chape bepalen, aan de hand van de koord. Zodat we straks alles mooi kunnen aftrekken.

Onze tegels zijn nog niet geleverd, maar we gebruiken een paslatje wat net dezelfde dikte heeft van de tegels, plus onze lijm.
De tegels zelf zijn 3 cm dik en gaan we met een dubbele verlijming van in totaal ongeveer 3 mm plaatsen.

Aangezien de afwerkingshoogte al uitgezet is met het metserstouw, kun je dit opnieuw gebruiken als referentie.

Je moet er met andere woorden voor zorgen dat je met de egalisatielaag 3,3 centimeter onder het touw blijft.

Gebruik om vlot te kunnen werken een pasblokje dat de dikte van de tegel met tegellijm nabootst.

Op verschillende plaatsen langs het metserskoord zet je nu de gewenste hoogte uit.

Je kan hiervoor klinkers gebruiken die je met behulp van wat chape en het paslatje op het juiste niveau positioneert.

Vergeet hierbij niet in de breedterichting te controleren of je klinker ook waterpas ligt.

Voorzie zeker halverwege de afstand ook een steen, zodat je voldoende referentiepunten hebt om de richting van het touw te kunnen volgen.

Want het aanbrengen van de helling moeten we al in onze drainerende mortellaag doen, bij het verlijmen van de tegels is dit niet meer mogelijk.

Heb je zo voldoende klinkers afgeregeld dan kun je de ruimte ertussen gaan opvullen met de chape.

Want aan de hand van deze klinkers, ga je nu referentiebanen op de juiste hoogte gaan maken.

In de technische fiche vonden we terug dat de chape in een dikte van 3 tot 7 centimeter kan gelegd worden, dus werd hierbij rekening gehouden bij de opbouw van onze fundering.

Die onderfundering moet sowieso voldoende dik en draagkrachtig zijn, want de drainerende chape is op zich niet dragend.

Eens gemengd is de drainagemortel zo’n 90 minuten verwerkbaar. Hou hier dus rekening mee als je het product aanmaakt, zodat je het op tijd kan opgebruiken.

Voor deze chape werd een grove korrel van zand gebruikt, zodat de laag voldoende drainerend is.

In combinatie met onze waterdoorlatende ondergrond van betonpuin en stabilisé zal vocht dus niet onder de tegelvloer blijven staan maar wegvloeien. Dit is noodzakelijk om vorstschade tijdens de winterperiode te voorkomen en een duurzaam resultaat te verkrijgen.

Zorg er wel voor dat het mengsel toch enigszins smeuïg is, zodat de korrels goed aan elkaar vasthechten.

Is de ruimte tussen de klinkers voldoende gevuld, dan kun je de chape gaan afreien en zo de referentiebanen gaan vormen.

Gebruik hiervoor een afreilat die je op de stenen laat rusten.

Op die manier sleep je het overtollige product weg en krijg je de chape op een gelijk niveau als je stenen.

Liggen de stroken uiteindelijk op dezelfde hoogte als je klinkers en is dit glad afgereid, dan kun je de stenen voorzichtig weghalen.

Vul de ruimte daarna op tot hetzelfde peil als je afgestreken chape.

Meet ter controle nog eens na of je met je egalisatielaag effectief 3,3 centimeter onder je goot uitkomt.

Op die manier heb je de gewenste hoogte voor de chape met behulp van de klinkers overgezet naar een volledige strook van je goot tot aan de straatzijde.

Dit heb je nu als referentie om ook de ruimte naast deze stroken tot het gewenste niveau aan te vullen en af te strijken.

Je kan hiervoor chapelatten of chapebanden gebruiken.

Presentatie
Deze chapebanden die ik plaats helpen mij om makkelijk af te reien.

Ik werk in banden en die banden zijn niet breder dan de breedte van mijn afreilat.
Chapebanden zijn inoxen latten van amper 0,5 millimeter dik.

Doordat deze mooi glad zijn, zullen ze helpen om gemakkelijk met je afreilat langs deze strook te kunnen strijken.

Bij de positionering van de klinkers moet je dus ook rekening houden met de grootte van je afreilat, zodat die breed genoeg is om de afstand tussen beide stroken te kunnen overbruggen.

Vul dus voldoende aan en rei daarna de overtollige chape af met je lat, langs de chapebanden.

Op die manier krijg je het vlak op het juiste niveau.

Zie je dat er nog plaatsen onvoldoende gevuld zijn, voeg dan wat extra materiaal toe en strijk opnieuw glad.

Eens afgestreken met je lange lat, ga je best nog met een schuurbord en chapeijzer over het oppervlak, om het mooi egaal te maken.

Door je gewenste niveau uit te zetten met profielen in je ondergrond, kun je zo vlot doorwerken.

Je zou ook steeds met een pasblokje ten opzichte van je metserskoord kunnen controleren, maar dan zit het touw in de weg bij het chapen.

Is de eerste strook van je oprit zo volledig egaal uitgechapet, dan kun je het niveau van de volgende strook gaan uitzetten.

Verwijder enkel de buitenste chapeband en laat de middelste liggen, zodat je die samen met een nieuwe kan gebruiken als referentie.

Daarmee is meteen ook het voordeel van het gebruik van chapelatten duidelijk. Doordat die zo dun zijn, kun je ze gewoon weghalen en je bent klaar!

Gebruik je een staaf of T-stuk als profiel om op af te reien, dan moet je na het chapen de holtes waar je profielen zaten nog opvullen.

Wees wel zorgzaam met je chapebanden, want doordat ze zo dun zijn, zijn ze natuurlijk wel breekbaar.

Zorg dus dat je er niet op loopt of rijdt, want zo zou je ze kunnen beschadigen en heb je geen rechte lijn meer.

Werk volgens dit principe nu strook per strook verder tot je volledige egalisatielaag gelegd is.

Een zigzagbeweging met je afreilat kan trouwens helpen om het overtollige materiaal af te slepen.

Draag bij het chapen steeds handschoenen en een lange broek, liefst mét knielappen. Want de cement in de chape is bijtend en zou je huid kunnen aantasten.

Als je zo blijft verderwerken met nodige aandacht voor het mooi vlak trekken van de drainerende chape, bekom je uiteindelijk een mooi effen ondergrond om op te tegelen.

En dit is nodig, want bij het verlijmen van tegels kun je nog weinig hoogteverschil bijregelen.

Controleer uiteindelijk nog of je chapeniveau goed zit met je pasblokje.

Presentatie
Onze ondergrond is volledig klaar en hij is nog steeds waterdoorlatend. Zeer belangrijk als je gaat tegelen.

Gun hem nog even de nodige tijd om te drogen en dan zijn we klaar om onze keramische tegels te leggen.
Reken op minstens 3 dagen droogtijd, voor je de chape effectief kan gaan betegelen.

Presentatie
Heb je nu deze aflevering gemist, of wil je ze nog eens bekijken? Surf dan naar onze website www.dobbit.be en vergeet je niet in te schrijven op ons online magazine.

En wat mij betreft: ik zie u graag terug bij de volgende klus!